Onderstaand gedicht van NÂZIM HİKMET kregen we toegestuurd door ons aller HC.
Over het leven
1
Het leven neem je niet te licht,
je dient te leven in diepe ernst
zoals een eekhoorn doet,
zonder buiten of boven het leven iets te verwachten,
het enige wat je moet doen is leven.
Serieus moet je het leven nemen
enwel zo zeer dat je
bijvoorbeeld met geboeide handen op je rug
staand tegen de muur,
of met je grote stofbril
en je witte kiel in een laboratorium,
wilt sterven voor de mensen
enwel voor mensen die je nooit hebt gezien
enwel terwijl niemand je ertoe dwingt
hoewel je weet dat het leven het mooiste en het puurste is
dat er bestaat.
En zó serieus moet je het leven nemen
dat je op je zeventigste nog een olijftak poot
en dan niet om die je kinderen na te laten
maar omdat je ondanks je vrees voor de dood
niet in de dood gelooft
omdat het leven zwaarder weegt.
(1947)
2
Stel, je krijgt een zware chirurgische ingreep
met de kans niet meer
op te staan van de witte operatietafel.
Al voel je je droef bedrukt om een te vroeg heengaan
toch lach je om een Bektaþi-grap,
kijk je uit het raam of het gaat regenen
of wacht je toch ongeduldig op
de laatste nieuwsberichten.
Stel, ten behoeve van iets waarvoor het waard is te strijden
bevind je je aan het front.
Het kan dat je de eerste dag al, bij de eerste aanval
voorover stort en sterft.
Je weet dit met een vreemde wrok
maar toch ben je razend benieuwd
hoe deze mogelijk nog jaren slepende strijd zal aflopen.
Stel, je zit achter tralies
loopt al tegen de vijftig
en over achttien jaar pas zal de stalen poort zich openen.
Toch koester je de band met buiten
met mens en dier, met strijd en wind
met alles dus wat zich buiten de muren bevindt.
Dus in welke toestand, op welke plek ook
moet je leven als ging je nooit dood.
(1948)
3
Onze wereld koelt af
een ster tussen de sterren
nog wel een van de kleinste
een spikje bladgoud op blauw fluweel
die reusachtige wereld van ons.
Ooit koelt deze wereld af
en zal niet eens als een ijsklomp
of een dode wolk
maar als een lege notendop wegtollen
in het eindeloze stikkedonker.
Nu al daarvan de pijn te dragen
de droefenis te voelen.
Zo zeer moet je van deze aarde houden
dat je kunt zeggen:
"Ik heb geleefd".
15 januari 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten